Reisverhalen ms "Ivoorkust"

IVOORKUST, juni 1964 Willem Riekwel


Nadat we op volle zee voor de kust van Freetown de Krooboys, voor alle aan boord voorkomende onderhoudswerkzaamheden, van een barkas getrokken door een sleepboot, hadden geplukt, ‘stoomden’ we verder richting Lagos - Nigeria.
De gastarbeiders werden verdeeld over de diverse diensten aan boord en hun verblijf was het achterschip. De stuurmachine–inspectie na de wacht geschiedde nu supersnel en werd met ingehouden adem uitgevoerd vanwege stank van de vis die op het dek lag te drogen en als maaltijd diende voor de Krooboys. In de machinekamer kregen we nu ook hulp. Uitvoerig, in alle ons bekend zijnde talen, werd aan de machinekamer toevertrouwde Krooboy verteld dat hij de carterdeksels van de twee MAK-motoren met een grote dot poetskatoen olievrij moest maken. Ter verduidelijking werden de werkzaamheden nog even voorgedaan. Toen men na enige tijd de vorderingen van de man kwam bekijken was hij nog steeds het eerste carterdeksel aan het poetsen, hij had niet begrepen dat alle carterdeksels olievrij gemaakt moesten worden!
Een collega van deze man kende, hij was daar zeer trots op, een Nederlands woord. Bij werkzaamheden aan een hulpmotor vroeg de derde machinist de man een hamer te halen, ‘hole me a hammer’ en even later overhandigde onze gastarbeider vol trots een emmer.
Het stuk naar Lagos verliep voorspoedig. Op de rede van Lagos aangekomen was het een drukte van belang, er lagen wel 20 schepen voor anker en het was dan ook erg onzeker wanneer we konden lossen. Had allemaal met de Biafra - oorlog te maken, vertelde men. Na een paar dagen kwam er toch bedrijvigheid aan boord, een grote groep bootwerkers nam bezit van ons schip. Vanaf nu was het ramen en deuren op slot, overal aan boord kon je de meest vreemde niet-aangemonsterde figuren tegenkomen en het was hen uitdrukkelijk verboden binnen bij onze verblijven te komen. Wel liep er plotseling een figuur rond die, in mijn herinnering heette de man Alie, getolereerd werd want je kwam hem regelmatig tegen in de gangen bij de officiershutten. Bij Alie kon je ook van alles ‘van de wal’ bestellen, wat dan de volgende dag prompt afgeleverd werd. Voor ons verboden de wal op te gaan, veel te gevaarlijk. Alie kwam ook bij ons leuren of we dan echt niets wilden hebben, neen, zelfs geen houtsnijwerk uit ebbenhout!
De volgende dag kwam Alie enthousiast vertellen dat hij voor ons - hij had gehoord dat we een pick-up hadden - een 45-toeren plaatje van het fabrikaat Philips met Afrikaanse muziek op de kop had kunnen tikken. Voor een vriendenprijsje… voor weinig! Konden we dus niet laten lopen.
Het singeltje werd snel op de draaitafel gelegd en daar klonken de sonore stemmen uit de bush begeleid door de bijbehorende trommen. Zoals het met de hedendaagse muziek ook het geval is, je moet een deuntje meerdere keren horen om het leuk te gaan vinden en dan vooral zo luid mogelijk. Dat hadden wij ook bedacht, de patrijspoort open en op volle sterkte werd het singeltje afgedraaid. Un afé lamó, boem, boem, ho mani tó, boem, boem. We begonnen het net een aardige melodie te vinden toen de eerste stuurman als een witte tornado binnen kwam vliegen… zijn jullie nou #%)$#$$)* helemaal besodemieterd!
Wij wisten van de prins geen kwaad en hebben waarschijnlijk met grote ogen naar die stuurman zitten kijken. Moet je #%)$#$$)* eens aan dek gaan kijken, brulde hij. We dachten dat de zaak in de brand stond of zoiets en zijn terstond gaan kijken. Alsof er op het achterschip een groot feest aan de gang was: De bootwerkers liepen luid meezingend op onze draaitafelmuziek een onvervalste polonaise om het ruim, ze hadden de grootste lol. Gewerkt werd er niet meer.
Dat stomme ding uit, riep de stuurman en als ik hem nog één keer hoor dan zwiep ik het hele zootje over de muur! We hebben het plaatje nog vaak met plezier gedraaid. Op de terugreis hebben we de Krooboys weer netjes afgeleverd, hetzelfde sleepbootje kwam hen weer ophalen, dit keer niet met één barkas maar hij had er wel drie op sleep! Was kennelijk over nagedacht, want onze gastarbeiders hadden in een korte tijd zoveel spullen verzameld dat voor het vervoer ervan nu drie barkassen nodig waren. Wat mij nog het meest bijgebleven is dat eenieder zoveel toiletpapier verzameld had.


Solex Race in Douala Willem Riekwel


De juiste datum is niet meer te achterhalen, maar het zal rond 15.07.1964 geweest zijn, we voeren met de Ivoorkust voor de H.W.A.L. en we lagen aan de kade in Douala klaar voor vertrek, via Dakar terug naar huis! Vertrek uitgesteld, het kon nog wel een paar uurtjes duren ook, was de informatie! Spontaan werd besloten op deze prachtige tropische zomeravond een laatste biertje aan de wal te gaan drinken bij Bijou. Bijou, een blanke Franse bardame met een overdreven ferme boezem, diep uitgesneden decolleté behangen met grote nepjuwelen, te vele Tropendienstjaren en een te zware hese vrouwenstem, van alles te veel, maar… ze heeft alles onder controle in Café des Sports, een bar op maar 5 minuten lopen vanaf de kade. Bij de voordeur van Café des Sports kon je de Ivoorkust, tussen de palmbomen door, in volle glorie in het ondergaande zonnetje zien liggen. Echt een heerlijke warme zomeravond, geen gek idee dus dat biertje! Even later bleken er nog meer bemanningsleden op het idee gekomen te zijn, die, al mopperend altijd die vertragingen hier ook een biertje kwamen drinken. Het werd bij Bijou een vrolijke boel met in de bar meerdere aardige donker gekleurde dames. Aan de tapkast, met als achterwand een grote spiegel, en in de zaal aan kleine tafeltjes zat in het rode schemerlicht zowel links als rechts naast elke ‘schepeling’ wel zo’n donker ‘stuk’. Het biertje smaakte voortreffelijk, er werd zelfs zo af en toe uit volle borst meegezongen met Europese muziek uit de transistorradio van Bijou op de hoek van de bar, het leven was zo slecht nog niet!De scheepshoorn van de Ivoorkust verstoorde echter doordringend de muziek en de gezellige ambiance in de bar. Even later kwam de 3e Stuurman binnen: Jongens we vertrekken, vertelde hij! Hier zat nú even niemand op te wachten. Na, nog één afzakkertje, we hebben spontaan de derde ook een biertje aangeboden, zijn we als gehoorzame Wtk’s in een perfecte stemming teruggewandeld naar de gereed voor vertrek liggende  Ivoorkust Van ons moest niemand op wacht dus een dutje na dit barbezoek kwam dan ook eenieder goed uit. De Ass. wtk, die enige uren na het barbezoek kwam porren, vertelde in een jolige bui ‘Wij liggen nog steeds aan de kade en de 1e Stuurman zit vast in de nor!’ Dat was lachen!De laatste groep collega’s uit Café des Sports had, in een overmoedige bui, voor de deur van de kroeg een paar gereedstaande Solexjes geleasd en waren daarmee onder het roepen van wie het eerst aan boord is heeft morgen vrij drinken  richting Ivoorkust geracet. Keurig naast elkaar hebben de coureurs vervolgens de racemonsters schadevrij bij de gangway  geparkeerd, en zijn aan boord gegaan!De Solexjes, eigendom van enkele van voornoemde donkergekleurde dames, bekend van de bar, hadden de politie verwittigd! Al snel was daarna, in vol ornaat, de politie aan boord verschenen en de 1e Stuurman moest voor een verklaring mee naar het bureau! Uren later in het bijzijn van de H.W.A.L.-Agent, die diep in de buidel heeft moeten tasten en de politie, onder tafel, financieel heeft moeten ondersteunen, arriveerde onze 1e Stuurman, WITHEET, en zijn we terstond vertrokken. De 1e Stuurman heeft nog wel zijn uiterste best gedaan te achterhalen wie hem dit ‘kunstje’ geflikt had maar hij is er nooit achter gekomen wie aan de Solexrace deelgenomen had, laat staan dat hij te weten gekomen is wie de race gewonnen heeft!


TERUG