Reisverhalen ms "Jagersfontein"

De witte zuigleiding Nico Roskam


De HWTK van de Jagersfontein was een zeer kundig en serieus mens. Hij had de gewoonte, als het schip op zee was, iedere morgen een rondje door de machinekamer te maken om te zien of alles naar (zijn) wens verliep. Vanonder tot boven werd de machinekamer gecontroleerd of alles nog goed functioneerde. Als dat niet het geval was, werd de dienstdoende derde wtk ter verantwoording geroepen en kreeg de wind van voren. En in zo’n machine kamer met twee grote 9 cilinders Sulzer diesels en vele hulpwerktuigen was natuurlijk altijd wat te vinden. De wtk’s van de 8 – 12 wacht waren dan ook niet te benijden. Vlak voordat de HWTK beneden kwam liep de assistent altijd nog snel een rondje om na te gaan of alles in orde was. Een van de dingen die de HWTK zeer belangrijk vond, was de koelmachine die in de schroefastunnel was geplaatst. Hij wilde dat de zuigleiding van de koelmachine altijd een beetje wit was aangevroren, dan was de werking volgens hem, optimaal. Bij de ingang ven de tunnel kon je van veraf al zien of dat ook het geval was. Vaak stak de HWTK zijn hoofd net iets de tunnel in, wat voor zijn deskundig oog voldoende was om te zien of de leiding wit was.

Op een morgen was de leiding weer eens niet wit en na de daarop gebruikelijke reprimande waren de wtk’s het zat. Gezamenlijk overlegde men wat aan het steeds weer terugkerende ‘probleem zuigleiding’ gedaan kon worden. Een list moest de oplossing brengen en na enig denkwerk werd deze gevonden. Bij de voorman werd een blik met witte verf gehaald en de zuigleiding werd met veel deskundigheid wit geschilderd. Vervolgens werd de volgende wacht bij het aflossen verzocht om als test even te kijken of de koelmachine goed werkte. De test slaagde volledig vanaf de ingang van de tunnel was niet te ontdekken wat de wtk’s hadden gedaan.
De volgende morgen was de spanning op de 8 – 12 wacht al vroeg voelbaar, met toch wel een beetje angstig gevoel zag men de komst van de HWTK tegemoet. Tijdens zijn rondje door de machinekamer werd hij door alle wtk’s in de gaten gehouden. Toen hij zijn hoofd in de tunnel stak en even later zijn rondje door de machinekamer op zijn gebruikelijke wijze afmaakte zag je dat de ruggen van de wtk’s zich weer strekten, het leek zelfs wel of de hoofdmotoren een klapje harder gingen draaien.
De hele oversteek van Las Palmas naar Kaapstad ging het goed, maar op een morgen dacht de HWTK ik moet ook maar weer eens bij de schroefasafdichting kijken. Daar is hij die morgen echter niet gekomen want halverwege de tunnel ontdekte hij dat de zuigleiding wel wit was, maar niet op de wijze zoals hij bedoelde. In een tempo dat velen malen hoger was dan dat hij de tunnel in was gegaan kwam hij er weer uit. De derde die toevallig bij de koelwaterpompen stond, zag dat de rood aangelopen HWTK op ploffen stond. Hij probeerde nog achter de pompen weg te kruipen, hetgeen door de hoge snelheid van de HWTK niet meer mogelijk was. De woordenvloed die over hem heen kwam is maar beter niet op papier te zetten.
De assistent werd naar de tunnel gestuurd, waar hij al mopperend de verf weer van de zuigleiding haalde. Voor hem betekende het dat hij weer vaker naar de koelmachine moest kijken.
Hoe deze list in de conduitestaten verwerkt is hebben de wtk’s echter nooit kunnen achterhalen.


Ervaring opdoen aan boord m.s. Jagerfontein Nico Roskam


Nadat ik geslaagd was voor het diploma A meldde ik op kantoor dat ik weer beschikbaar was om te varen. Daar vertelde men mij dat er een te kort aan elektriciens was en of ik wel zin had om een paar reizen als elektricien te gaan maken. Ik had altijd al belangstelling voor alles wat met electriciteit te maken had. Bovendien had ik grote bewondering  voor  elektriciens die b.v bij een storing aan de winch heel simpel even een hand in een schakelkast staken en er dan een beetje in roerde, waarna de winch weer als vanouds zijn werk kon doen. Dus dacht ik dit lijkt mij ook wel leuk.
Om ervaring op te doen werd ik voor een reis op de Jagersfontein geplaatst. Onder het toezicht van een ervaren elektricien werd ik ingewijd in de wereld van de electriciteit en alles wat daar bij hoorde.  Als elektricien was het gehele schip je werkterrein en kon je komen waar je wilde. Dat was voor de andere bemaningsleden niet het geval, daar waren strenge regels voor vastgelegd. Dat hield niet in dat je als elektricien niet aan bepaalde regels moest voldoen, de hwtk hield dat zelf nauwlettend in de gaten. Zo was ik een keer aan het werk geweest op een passagiersdek  waar afzuigventilatoren in luchtkokers zaten. Omdat je met je hoofd in deze luchtkokers de elektromotoren moest controleren en die kokers nogal vuil waren had ik ter bescherming van mijn haren een alpinopetje opgezet. Groot was mijn verbazing toen ik via de 2e wtk vernam dat ik om vijf uur bij de hwtk moest komen. Daar staande op het matje voor de deur werd me de vraag gesteld wat ik met zo’n “bloedblaar” op mijn kop op het passagiersdek moest doen. Nadat ik uitgelegd had waarom dat nodig was, kwam ik er af met een stevige reprimande en met de toezegging (en dat was al heel wat) dat het in dit bijzonder geval wel mocht, maar dan wel de “bloedblaar” opzetten als ik met mijn hoofd al in de koker was.
De hwtk had er de wind wel onder. Blijkbaar een hwtk met gebruiksaanwijzingen en dat was ook zo. Zo moest tijdens het manoeuvreren altijd gezorgd worden dat de luchtvaten, die normaal op 30 bar stonden, op druk bleven. Kwam de druk onder de 29 bar dan kon je dat op de manometer, maar nog veel meer aan de hwtk zien.
De nieuwe assistent kende deze regel van de hwtk echter niet. Toen de manometer op 29 stond begon de hwtk langzaam rood aan te lopen en bij  28,8 zelfs al een beetje paars. Bij 28,7 stormde hij , nu geheel paars, woedend naar de assistent en snauwde hem toe: “Lucht, lul”. De nieuwe assistent raakte door deze uitval geheel van streek en ging verhaal halen bij de 2e wtk. Diep bedroefd zei hij: “Meneer ik denk dat ik beter met varen kan gaan stoppen, want de hwtk vindt mij een luchtlul”.  Na enige uitleg is het toch nog goed gekomen met de assistent.
Na 2 maanden zat mijn vaartijd op de Jagersfontein er op en mocht ik de reis daarop als zelfstandig elektricien gaan varen.


TERUG