Schepen van het liberty-type kunnen onder bepaalde toestanden van
ballasten niet zeewaardig worden genoemd. Dat geldt zeker ss Lieve Vrouwekerk
als die de 18e januari 1960 in ballast uit Hamburg vertrekt. Ze zal bestemming
Antwerpen niet bereiken. 'Bepaalde toestanden' laten zich raak pas achteraf als
noodlottig herkennen.
Het is ruw weer, de vooruitzichten zijn echter gunstig, windkracht 3. De
kapitein kiest de kortste route. 5 zm boven de Waddeneilanden. De wind wakkert
aan. matig hoge zee en deining. Het schip stampt en slingert, de machine slaat
soms door omdat de schroef niet voldoende onder water is geballast, maar ze
luistert goed naar haar roer. Het weerbericht van 19 januari 20.48 is ongunstig,
toch besluit de kapitein na liet passeren van de boei ET 5 niet naar ruimer
water te sturen, hij vervolgt de voorgenomen binnenroute. Koers 224°
rechtwijzend, vanwege inzettend tij en wind wordt 240° á 250° gestuurd.
20 Januari 02.30 ruimt de wind naar West en neemt tot orkaankracht toe. De Lieve
Vrouwekerk valt af over BB en laat zich ondanks hard SB-roer niet verder dwingen
dan 200° rw. Ze verlijert De kapitein laat alle hens uitporren en de ankers
gereedmaken. Omstreeks 02.45 worden beide ankers gepresenteerd, 90 vaam ketting
uit, waarna sleepbootassistentie wordt gevraagd: 'Schip onmanoeuvreerbaar
positie NO routeboei ET 5,' Het is noodweer in de meest letterlijke zin van het
woord. Het schip stampt en bokt, slingert en giert als een dronkelap, de zee
loopt over dek en luiken. Geen ankerketting kan op den duur zo'n spanning aan.
De orkaan speelt met de hoge, lege Liberty. die begint te 'verdrijven'. Er wordt
50 vaam ketting bijgestoken. De schalmen slippen door de stoppers. Alles wat met
machine en roer mogelijk is wordt gedaan om de ontzaglijke druk op de kettingen
te verlichten. Het ziet er somber uit voor de 39 opvarenden, oog in oog met
hoogspattende. woeste brekers. Hieraan denkt geen enkele zeeman als hij de
monsterrol tekent. Het schip giert hevig, komt soms dwars op de richting van de
als snaren zo strak gespannen kettingen. Alle pogingen van een sleepboot tot
assistentie zouden gruwelijk worden afgestraft.
Toch is de Terschellingse sleper Holland ter plaatse. Op weg door het Stortemelk
naar de Noordzee dondert deze tegen golven als tegen stenen muren. Klodders zand
spatten tegen de stuurhut. Door zo'n kolossaal brok water opgenomen snijdt ze
als een snelboot door de zee. De diesel draait over haar toeren op de kracht van
de door de waterdruk malende schroef Met zeker een 50 km/u duikt ze de waterberg
af en blijlt daarbij gelukkig overeind. Holland’s kapitein K. van der Wielen
meldt: 'Omstandigheden van zee en weer maken hulp onmogelijk.'
Te 10.02 houdt men op ss Lieve Vrouwekerk scheepsraad. Er wordt besloten de
ankers te hieuwen, zover dat het schip met de krabbende ankers op eigen vermogen
zou kunnen ontsnappen. Maar het spil kan de moorddadige krachten niet aan te
blijven, het schip rent soms parallel aan de wal op en neer, nadert deze in rap
tempo. De gezag voerder kan beslissen nu, bij hoog water, de ankers te laten
slippen en met het schip zo hoog mogelijk op het strand te lopen, of volharden
in dit gekruk en met laag water later op de zandruggen van de gevaarlijke
buitenbanken vastkomen. Hij gaat over tot het eerste. Te 13.07, als het schip
recht op de zee en de wind komt en de wind iets schijnt af te nemen, laat hij
beide ankers slippen en onderneemt zelfs een dappere poging op eigen kracht weg
te stomen. Het schip wordt door een zware zee uit koers geslagen en blijft
dwarszee liggen. Dan raakt de de zeebodem. Dwars over alle ruggen heen wordt ze
op het strand geramd, bij paal 37 van de Vlielandse hors. Over de gehele lengte
geboeid maakt ze geen water en zakt, de SB-zijde naar het land gekeerd, 10° weg.
Met een vrachtauto en een tank proberen de eilanders bij het schip te komen, een
jeep wordt ter verkenning vooruitgestuurd. Het blijkt niet mogelijk de gestrande
reus te naderen en de snel opkomende vloed belet het gebruik van het
wippertoestel. 21 Januari. 04.10 bereikt men het schip. 27 Opvarenden, onder wie
de vrouw van de kapitein, dalen per touwladder af en worden per jeep naar de
wachtende vrachtauto's gereden. Hel weer is bedaard en l.ieve-Vrouwekerk ligt
hoog en volkomen droog aan land.
(Volgt een moeizame, langdurige berging; het werken mei sleepboten en eigen
schroeven op zand weg te draaien, het vormen van geulen en bedden tot het schip
beweeglijkheid krijgt;
trekken bij hoog water met twee of drie sleepboten. In de avond van 26 februari
1960 beweegt Lieve Vrouwekerk zich naar zee en arriveert behouden in Rotterdam.
Daar wacht de deceptie.De eigenaresse, VNS, acht het 17 jaar oude vrachtschip te
kostbaar voor verder gebruik. Ze had zich best geweerd maar ze kon gaan. Berger
J. Doeksen: "Dat is dan zuur na een hoop zwaar en gevaarlijk werk.Je hebt je
materiaal en je mensen niet gewaagd om schroot te produceren. Je wilt dat zon
schip weer gaat varen.)
Taxatie casco, machinerieën etc. ƒ 2.800.000. Verzekerd voor ƒ 1.792.000. De schade
wordt geregeld voor ƒ 450.000 (artrekfranchise ƒ 70.000) VNS blijft eigenaar
(reparatiekosten zouden
ƒ 537.655 hebben bedragen) en verkoopt Lieve Vrouwekerk ongerepareerd voor
£46.500 naar Engeland. Sloop. Lieve Vrouwekerk vertrekt op 18 april 1960 voor de
laatste oversteek. Op sleeptouw.
|