Reisverhalen ms "Oranjefontein"

Patissier Oranjefontein 1960    Willem Riekwel  


Achter beide B en W motoren, waar de 2 schroefassen net voor de ballastpomp de tunnel ingaan, was de plek in de machinekamer waar, aan een provisorisch tafeltje, een kopje koffie gedronken kon worden en een buurpraatje werd gehouden. Als je het trof was hier zelfs gebak bij de koffie, die gebrouwen werd op een komfoortje. Het gebak was afkomstig van de patissier waarmede uiteraard een goede relatie werd onderhouden, zoals eigenlijk met eenieder die met de keuken te maken had! Meestal werd het komfoortje gebruikt voor koffie waarin een lepeltje zeker rechtop was blijven staan als er geen schroevendraaier geweest zou zijn om te roeren. Op deze plek werd dan ook 24 uur per dag verse koffie geschonken. Een voordeel was wel dat eenieder die een slok koffie genomen had op slag wakker werd. Het waren dan ook vanzelfsprekend heldere en hoogstaande technische gesprekken die hier werden gevoerd. Het komfoortje werd naast de koffie uiteraard ook voor alle andere voorkomende culinaire zaken gebruikt. De hoofdingang van de machinekamer en die van de keuken bevonden zich naast elkaar en onder normale omstandigheden stonden beide deuren altijd open.
Een Ass.- Wtk van de hondenwacht, die keurig zijn inspectierondje langs alle kritische locaties in de machinekamer voltooid had, was boven bij de ingang van de machinekamer aangekomen. Hier stond hij met één been op de rand van de sponning van de deur lekker even uit te waaien.
Bij de ingang van de keuken zag hij op een tafeltje een aantal tableaus met eieren staan, die zojuist door de patissier uit de koelkamer waren gehaald en stonden te acclimatiseren. De eieren waren bestemd om in de taarten voor de passagiers verwerkt te worden. De patissier werkte voornamelijk in de nachtelijke uren. Onze assistent, een slimmerik, had best trek in een uitsmijter en dacht: als ik nu één compleet tableau met eieren pik dan denkt die patissier, nog niet zo lang uit z'n kooi, dat hij zich verteld heeft! Goed idee! Vervolgens met het tableau eieren onder de arm zo snel mogelijk naar beneden om op het voornoemde komfoortje een stevige uitsmijter te creëren. Hier is bewust van creëren gesproken want naast de melk voor de koffie stonden er allerlei potjes met ondefinieerbare kruiden die uitbundig over de uitsmijter gestrooid werden, het resultaat was weer eens een waar culinair hoogstandje! Met grote instemming van collega's, die ook op wacht waren, werd collectief de uitsmijter en ook nog een tweede, onschadelijk gemaakt. De 3e Wtk, een paar dagen later, ook een rondje machinekamer voltooid, stond met de handen op de rug op dezelfde plek als onze assistent- Wtk lekker uit te waaien. Zijn oog viel op een tableau met eieren bij de ingang van de keuken en de man dacht... een lekker ~ spiegeleitje is nooit weg! Hij keek om zich heen en pikte snel een ~ paar eieren van het tableau... Plots voelde hij een hand op zijn schouder van iemand, die met een zware stem zei, nu weet ik wie...$%#&*@ altijd mijn eieren steelt!!! Het heeft de derde heel veel overredingskracht en de nodige bierbonnen gekost de patissier weer tot bedaren te krijgen. De derde had het zweet nog op het voorhoofd staan toen hij, uiteraard zonder eieren, weer beneden bij de manoeuvreerstand kwam. Hij werd helemaal 'witheet' toen de Olieman hem kwam vertellen dat hij snel moest wezen, er lag een uitsmijterham op hem te wachten en het zou zonde wezen als dat ding koud werd.


Oranjefontein 1960   Willem Riekwel  


Een ongekend rustige en voorspoedige reis naar Zuid-Afrika!
Met een aantal collega's afgesproken dat we dat heugelijke feit gezamenlijk maar eens moesten vieren bij aankomst Kaapstad, op zondagmorgen in Delmonico met een kopje koffie met gebak en hierna een brandy!
Alles ging zoals afgesproken en op zondagmorgen zijn we met een aantal wtk’s en de elek. in alle rust en bij mooi weer de benen gaan strekken richting Delmonico.
We staan in Delmonico in de hal bij de hoofdingang van het restaurant naar een voor ons geschikt plekje uit te kijken, komt er plotseling een bloedmooie vrouw, echt een ‘stuk’ op de vierde wtk afrennen en valt huilend voor hem op de knieën.
Hoogst interessant! Het publiek in de zaal vond het voorval ook zeer interessant want bijna iedereen zat ons te observeren, zelfs het strijkje speelde op halve kracht. Voorzichtig hebben wij het 'stuk' van de grond opgeraapt en haar van de vierde losgeplukt om haar, aan het eerste het beste tafeltje, op een stoel neer te zetten. Naar een geschikt plekje hebben we niet meer gezocht en in plaats van een kopje koffie voor onszelf maar eerst een brandy voor de schrik besteld. Voor de vierde, die water zag branden, een dubbele whisky. Na een poosje bedaarde de dame in kwestie een beetje, ze hing nog wel snikkend om de hals van de vierde. De muziek had het gebruikelijke repertoire maar weer opgevat en de vierde kon gelukkig weer wat adem krijgen. Het was echter voor hem nog steeds een vreemde situatie, op zondagmorgen met zo'n mooie vrouw op schoot in Delmonico. Toen ze weer een beetje aanspreekbaar leek hebben we voorzichtig gevraagd wat dit allemaal wel te betekenen had. Na nog eens een spontane knuffel van een minuut of 10 werd de zaak duidelijk. De dame om op schoot was de vriendin van een walvisvaarder met als thuishaven Kaapstad, ze dacht dat haar vriend teruggekomen was! Onze vierde leek precies op die walvissen vangende vriend.
Het duurde nog vrij lang voor ze geloofde dat het niet haar walvisvaarder was maar 'gewoon' onze vierde waar ze op schoot zat. De vierde heeft er bijna een trauma van overgehouden zo vaak hebben we hem met dat voorval gepest!
Thuisreis 1960 was ook het jaar waarin er problemen gerezen waren in de voormalige Belgische Congo; alle Belgische staatsburgers moesten zo snel mogelijk de Congo verlaten.Belgisch Congo was Zaïre geworden.
Goede zaken voor de VNS want we hadden daardoor een 'volle bak' terug naar Europa, die volle bak had weer tot gevolg gehad dat er zich een bonte verscheidenheid van passagiers aan boord bevond. Het verhaal ging dat onze Oranjefontein niet meer een van de topklasse passagiersschepen was die Afrika-Europa v.v. voeren en dat het prijskaartje navenant was. Waar onze passagiers vanuit de Congo vandaan gekomen zijn is ons onbekend maar onder de bonte verscheidenheid bevond zich ook een groot aantal 'dames van lichte zeden' terugkeerden naar België. Of de 'dames' hun beroep ook aan boord uitgeoefend hebben is onbekend, wel is bekend dat voornoemde 'dames', al meerdere keren de evenaar overgetrokken moeten zijn.
Je zou dan ook denken dat de 'dames' geen interesse meer hadden om door Neptunus gedoopt te worden bij het passeren van de evenaar. Niets was echter minder waar. Was overigens ook totaal niet belangrijk, aan boord van de Oranjefontein moet er op een Neptunusfeest gedoopt worden! Ook deze passagiers!
Om het zwembad was alles in gereedheid gebracht voor dit feest en daar verscheen met veel lawaai, vrolijk toeterend het exclusieve 'orkestje' behorende bij de staf van Neptunus. Dit orkest moest voor de vrolijke noot zorgen en waar nodig Neptunus een handje helpen. Wat de staf van Neptunes vanzelfsprekend ook meedroeg was een tableau met zoute haringen, een grote hoeveelheid rauwe eieren behorende bij de doopplechtigheid keurig versierd met zeewier!
Op het dek boven het zwembad hadden zich vele toeschouwers, in het zonnetje, verzameld om toch vooral niets van het groots aangekondigde feest te missen.
Waarom juist zij, dat zal dan wel eeuwig een raadsel blijven maar de dopelingen die als een van de eersten bij Neptunus moesten verschijnen, zij stonden al vooraan, waren voornamelijk de 'lichte dames'. Onze ervaren 'dames', die de bui al hadden zien hangen, waren bij voorbaat al zeer schaars gekleed ten tonele verschenen, je zou zeggen in werkkleding dus.
Ze zouden van deze doopplechtigheid wel eens even een echt feest maken waar na zo'n 44 jaar na dato nog over geschreven zou worden! Nou, het werd een feest, zeker de helft van het orkest en het gevolg van Neptunus inclusief Neptunus himzelf werd, voor ze er erg in hadden, door de gillende meiden overvallen en in het zwembad gekieperd. In het zwembad ontstond een waar 'gevecht'. De 'dames' namen compleet de regie in handen. Ongegeneerd zouden ze die Neptunus en zijn trawanten wel eens een lesje leren, de rauwe eieren en de haringen vlogen door de lucht evenals de kledingstukken van de dames!
Voor ons een prachtig schouwspel, het had veel weg van een 'veldslag' te water, laten we het maar een zeeslag noemen, we bleven kijken al kan ik me wel voorstellen dat er passagiers geweest zijn die het maar een ordinaire vertoning hebben gevonden!
Het doopfeest eindigde overigens al even snel (voor ons veel te snel) als dat het begonnen was, een aantal 'dames' verwijderde nog een laatste haring uit hun slipje, visten hun bh-tje uit het water, wasten in het zwembad nog even elegant een rauw ei uit hun haar, en weg waren ze!
Onder luid applaus van het publiek sloften, nu geluidloos, anderhalve muzikant, met hun instrumenten waar het water uit liep, evenals de rest van het verbouwereerde gezelschap samen met de gehavende Neptunus terug naar binnen. Neptunus en z'n gevolg droop dus letterlijk en figuurlijk af. Einde Neptunusfeest!
Dit was het snelste Neptunusfeest dat ik op de Oranjefontein meegemaakt heb! Kijkcijfer een 8.


Kees KO    Willem Riekwel


Naast de bijnaam ‘Winnetou’ voor een ass-Wtk op de Mariekerk hadden we op de Oranjefontein ook een bijnaam voor een ass-Wtk.
Zomer 1960, vanuit Amsterdam via Southampton met een geheel volgeboekte Oranjefontein naar Kaapstad. Het was vakantietijd en aan boord veel passagiers van het vrouwelijk geslacht, veel studentes. Allemaal de studie in Engeland achter de rug en met de Oranjefontein terug naar huis, ergens in Zuid-Afrika. De purser en assistenten deden hun uiterste best het die dames naar de zin te maken. Voor de toeristenklas dames werd er aan dek zelfs een zwembad ingericht. Ook werden aan boord voor de dames dansavonden georganiseerd! Het kon niet op.
De enige haven die op deze reis naar Kaapstad aangedaan werd, was standaard Las Palmas op Gran Canaria. Voor de Wtk’s altijd een hectische tijd, er moest brandstof gebunkerd worden en elke Wtk moest helpen. Olie aan dek was een catastrofe!!!
De passagiers hadden het vanzelfsprekend een stuk makkelijker, daar werden uitstapjes aan de wal voor geregeld. Voor de passagiers die niet aan wal gingen trad steevast aan dek een Spaans orkestje op met gitaristen en zangeressen. Er was ook een kraampje ingericht waar men Spaanse Flamencodanserespoppen kon kopen. Dit even ter zijde. De keurig in het zwart uitgedoste gitaristen met superwit overhemd stonden op een rij, de kleinste gitarist met een klein gitaartje links en naar rechts toe werden de gitaren groter alsook de muzikanten, een goedkope uitvoering van de Gipsy Kings! Het repertoire bestond voornamelijk uit folkloristische muziek. Voor deze illustere musici stonden twee in klederdracht gehulde dames over de folklore te zingen waarbij het gezang werd ondersteund door tamboerijnen en castagnetten. Het was een kille dag en de zangeressen, die uit volle borst stonden te zingen, hadden tegen de frisse wind nonchalant een vestje om hun schouders geslagen. De passagiers amuseerden zich kostelijk.
Een opgeluchte ass-Wtk Cees, die net zijn oliepeil-klusje op het voordek zonder morsen voltooid had en blij was dat een en ander weer zonder kleerscheuren was verlopen, besloot nog even langs de folkloristische muziekgroep te wandelen. Puur belangstelling!
Van huis uit kwam hij uit een muzikale familie, vertelde hij later. In zijn overalletje liep hij ‘gemaakt’ nonchalant langs de muzikanten en castagnettende dames, bij de buitenste zangeres pakte hij enthousiast, als een dolletje, de loshangende mouw van haar vestje en sloeg die over zijn arm. De zangeres bedacht zich geen moment en haalde met haar linkerhand ongemeen hard uit, precies op Cees zijn oog!… Olé !!!
Daar stond onze Cees, prominent aanwezig dat wel, hét middelpunt van de show!
Niet wetende wat er precies aan de hand was stopten de ‘Gipsy Kings’ met spelen om even later, nadat de passagiers luid applaudisseerden - die dachten dat deze act een onderdeel was van het optreden - weer voorzichtig hun gitaartjes ter hand te nemen. De show must go on, ook hier in Las Palmas!
Cees is zo snel mogelijk, na met een zuur gezicht en een stramme buiging het applaus van de passagiers in ontvangst te hebben genomen en nog eens schuin met fonkelende ogen naar de Spaanse Furie gekeken te hebben, uit het rampgebied vertrokken, hij heeft zeker een week met een fantastisch blauw oog rondgelopen!
Het kon niet uitblijven, zijn bijnaam werd… Kees KO!


TERUG