In november 1955 werd aan boord van ons ss "Abbekerk"varende in de Pacific onder Honshu nabij Nagoya op ongeveer 3-mijl afstand de Japanse vissersboot "Seiko Maru"waargenomen, die in zinkende toestand verkeerde. Aanvankelijk kon niet worden waargenomen of er zich overlevende aan boord bevonden, doch er werd direct koers gezet naar het scheepje. Naderbij gekomen bleek dat slechts het stuurhuis boven water stak en er zich bovenop 5 overlevenden aan boord bevonden. Later bleek dat er zich in het stuurhuis nog 2 opvarenden bevonden. Terstond werd alles in gereedheid gebracht voor de redding. Alle beschikbare lijnen, boeien en netten werden over boord gehangen en goed bevestigd; daarna werd de "Abbekerk" in de meest gunstige positie gemanoeuvreerd (lij gemaakt). Volgens ooggetuigen werd 1 der schipbreukelingen, die zich in het stuurhuis bevond en naar buiten kwam, door een zee overboord geslagen. Hij verdronk toen ons voorschip de vissersboot bijna was genaderd. Door de nog hoge zee van de afnemende storm, welke des nachts en in de ochtenduren had gewoed, werd het scheepje tegen het voorschip kapot geslagen; de 6 overlevenden sprongen overboord, 5 werden spoedig gered. Alles werd in het werk gesteld om ook de laatste overlevende te redden. Dit mocht echter niet gelukken. Het slachtoffer was volkomen uitgeput en verdween in de diepte. er werd nog uitgezien naar andere drenkelingen, doch er werd niets meer bespeurd en tenslotte vervolgde de "Abbekerk" haar reis. De 5 geredde schipbreukelingen, werden aan boord goed verzorgd en op 22 november bij aankomst te Yokohama aan de walautoriteiten overgegeven. Aangezien de "Abbekerk"de laatste Japanse haven reeds had verlaten, heeft de Gouverneur van de Wakayama Prefectuur aan Kapitein J. Kerkhove schriftelijk zijn dank uitgesproken voor deze succesvolle redding. Zonder de hulp van de bemanning van de "Abbekerk" waren ook de thans geredde Japanners zeker omgekomen. Onze hulde aan allen, die aan deze mooie prestatie een werkzaam aandeel hebben gehad.

Naar aanleiding van het ingezonden stuk over kapitein J.Kerkhove in VNS-TNT nummer 32 het volgende:

Op deze beruchte reis (voor de 1e keer naar communistisch China) en Japan was ik 2e Stuurman bij Kapitein Kerkhove. Het schip was leeg en op mijn wacht (de Hondenwacht) werd het weer zeer slecht. In overleg met de kapitein moest elke keer naar de machinekamer gebeld worden om er weer omwentelingen af te doen. Het bleek dat we in een tyfoon waren terechtgekomen. We liepen zodanig vaart dat we net de kop op zee konden houden. Bij daglicht nam de wind wat af, maar het zicht was erg slecht. Het verhaal gaat verder zoals Kapitein Kerkhove het beschrijft. Plotseling zag de roerganger een half gezonken visserman. We konden er slechts 5 redden. De zesde visser kwam onder de dikke straal koelwater van de uitlaat terecht en verdronk. Bij aankomst in Yokohama werden de 5 visserlui die goed verzorgd en gekleed waren aan de autoriteiten overgedragen. Naderhand bleek dat we die nacht bij vooruit draaiende machine, 80 mijl achteruit gedreven waren. Bij mijn 2e reis naar communistisch China en Japan onder leiding van Kapitein Sil Ruijg was er aan boord een oorkonde en een souvenir in de vorm van een vaas als dank voor de redding van de drenkelingen, geschonken door de Gouverneur van de Wakayama Prefectuur. Dit was tevens mijn laatste reis bij de V.N.S., daar ik in de traditie van mijn voorouders een baan als loods aannam in Scheldemond te Vlissingen.