Als je enige dagen met de boot in Genua lag, was het Straatje van Alles de
onweerstaanbare magneet die (bijna) iedere zeevarende naar zich toe trok. Niet
dat het nu meer of minder walglijk was dan de Reeperbahn, Soho, Chocolatstreet
in Bombay of zelfs Ilo-Ilo op de Filippijnen, maar ja, je ging gewoon.
Richting Straatje van Alles kwam je Tangs het Palazzo Doria, een enorm statig
paleis uit vroeger tijden, waar de American Mission to Seamen trachtte
gezelligheid te geven aan zeevarenden en persoonlijk vond ik het er altijd erg
gezellig. De toiletten in de kelderspelonken stonken als de veemarkt in
Purmerend tijdens sluitingstijd, maar boven druiste de muziek en de
gastvrijheid.
Op de heen- en terugreis ging ik er altijd even langs, alleen al om Sylvana, in
mijn ogen het voorbeeld van de echte vrouw, even te zien en dat maakte voor mij
de reis ergens weer goed.
Niet dat we iets hadden, want Sylvana had met niemand iets hoewel zij een ieder
het gevoel gaf dat hij een speciaal plekje in haar hart had. We maakten een
praatje, ze vertelde hoe het met haar sinds de laatste keer gegaan was en rende
dan weer als serveerstertje weg om her en der potten bier op tafeltjes te
zetten, om dan toch weer bij mijn tafeltje te belanden. Dit was dan even haar
rustpunt. Zonder iets te zeggen, legde ze dan haar hand op mijn hand en wellicht
droeg zij hiermee het ware in de Mission to Seamen uit.
Mijn laatste reis... Sylvana, wij zien elkaar nooit meer... ik stop met varen...
wij zien elkaar nooit meer, begrijp je dat?
Ze knikte en een omhelzing volgde, die zoen, haar zoen, zal ik nooit vergeten.
Genua, 1961 |
 |