INGEZONDEN --> Diversen
 
Diversen 1 DIV-1.1 Adriana Sieds Harmenzon
Diversen 2 DIV-1.2 Endeavour Rogier Koppejan
  DIV-1.3 Brak water - 1 Willem van Oranje
  DIV-1.4 Oost West Thuis Best C. Kooiman
  DIV-1.5 Port Said C. Kooiman
  DIV-1.6 Brak water - 2 Willem van Oranje
  DIV-1.7 Het postbootje Louis Bouhuis
  DIV-1.8 Stoommachines Marinus Kik
  DIV-1.9 De kompassleutel  
  DIV-1.10 Reclameposter

A. Sassen

       
div11

Adriana

   

"Sjaaapooo" leuke site, hier heb je ook wat terug (de armen en benen van een liberty) kost me alleen een hoop tijd om alles te downloaden hang via een telefoontouwtje aan de wal hoop binnenkort een satellietverbinding te hebben dan gaat het sneller, wordt hier straatarm van. All the best Sieds Harmenzon "hr ms" Adriana Zoutkamp.

 

   
div12

Endeavour

     

De replica van de Endeavour, het schip waar James Cook de wereld mee rondzeilde, bezocht Vlissingen. Daar we niet in de machinekamer mochten heb ik het roer maar ter hand genomen, zoals op de foto's te zien is. Ik hield vroeger de stuurlui op "5 streken", maar je wordt ouder en milder!

 

     
div13

Brak water - 1

   

Instappen op lijn 5 en 15 cent betalen bij de conducteur, je kreeg je kaartje, ticket heet dat nu. Een ouderwets trammetje, voor en achter houten banken, midscheeps het balkon met mededelingen zoals "niet spuwen" en "niet spreken met de bestuurder". Rammelend gaan we de Westersingel af, de hol op de Westzeedijk en duiken de Scheepstimmerman-laan in. Een eentonig ritje met vaste passagiers en bekende en onbekende zeevarenden.
De bekende slaperige gezichten van Dik Frikkee, Jan de Vette, Pasman, Aad Verhoeven en Dik van Genderen. C.J. Staat, Weyenke en Dik Tak werden spraakzaam bij de koffie van Propsma. Westzeedijk: op de hoek Schmidt de zeevishandel met 's morgens vroeg de kisten verse vis op straat. Dan in de laan Lagaay de apotheek en Middendorp voor je bestelling zware Van Nelle of sloffen Lucky Strike voor de komende reis. Jos Cohen zorgde voor je eerste uniform en later de verdiende galons, Bootsman en matrozen werden voor hun uitrustingen ook ruimschoots voorzien. Een 100% zeewaardig kledingmagazijn waar zelfs VenD niet tegenop kon.
Uit de Rijnhaven vertrekt de Dinteldijk van de Holland-Amerika Lijn en laat een waarschuwend signaal horen. Masten, laadbomen en een rokende schoorsteen. Een scheepvaartmaatschappij staat als conservatief bekend en is een mannenwereld. Toch waren het de charmante telefonistes die je met de juiste persoon in kontact brachten en de Annie's, Gerda's en Joke's enz. deden zich op de administratieve afdelingen duidelijk gelden. Ik bedoel maar. Echter een vrouwspersoon op afd. Inkoop en Technische dienst kwam over als een plotselinge verschijning van een zeemeermin. Met dit verschil dat zij een truitje aan had en een rok droeg. Dat overkwam ons in 1963 en Mary Schonk kuiste ons taalgebruik en slechte gewoontes. Toen we aan haar gewend waren kreeg ze later versterking van 2 of 3 assistentes. Erg gezellig.
Vanuit Inspectie Amsterdam kwamen de heren Dobbe, (ouwe) Hengeveld en van Ingen over. Enkele Victories, kustschepen en Randfontein kwamen onder het beheer van Rotterdam met gevolg dat onze administratieve sector werd versterkt met twee scheepsKlerken, Leen Litzau en Ben van Ginhoven. Ze wisten van kookplaat tot stookplaat, hetgeen onze onderlinge conversatie vergemakkelijkte en bij de correspondentie ook geen vragen opriep. Nu nog even iets anders.
Als VNS-medewerker bestond de mogelijkheid een zeereisje te maken vanuit Amsterdam of Rotterdam en je treinreis werd zelfs vergoed. Wat een compagnie! Met mijn echtgenote maakte ik zo eens reisje met de Hoogkerk Amsterdam, Bremen, Hamburg, Rotterdam. Plaatselijke excursies waren voor rekening van het agentschap. Een bijzondere ervaring om een dag zo'n tien, twaalf dagen het leven aan boord mee te maken en dat voor een bedrag van fl 2,- p/p per dag. Laden, lossen, varen en later voor de Waterweg de loods aan boord. Berend Janssen, neen dat kon nog niet, maar wel iemand in een duffelcoat en een pet op. Lichten geleidelicht en vuurtoren in een lijn: 112 graden. Wat een leuke reis en met bloedend hart naar binnen, rode tonnen aan BB en groene tonnen aan SB houden. Afmeren en nog even een bakkie koffie met elkaar. Piet Gelauf, ladinginspectie en Werter voor de inklaring staan Voor Nauwe Samenwerking al klaar beneden bij de gangway.

   

Dick Frikkee kan onmogelijk hebben behoord bij de verzameling "slaperige gezichten", die de tram 5 bevolkten, want hij probeerde juist per fiets Tram 5 voor te blijven. Dit streven kreeg nog meer gewicht toen de fiets werd ingeruild voor een motorfiets.

Waarvan acte.

 

   
div14

Oost West Thuis Best - Herinneringen aan vroeger

 
Boordje manchet Bootje weer binnen
V.N.S. op je pet Vrouwtje beminnen
Laden en varen Deurtje op slot
Woelige baren Kortstondig genot
Kapucijners met spek Baby'tje verwekt
Zonnen aan dek Kraantje dat lekt
Koffie heel sterk Piepertjes schillen
Plezier in je werk Keteltje tillen
Sigaar - sigaretje Boodschappen halen
Dikwijls een pretje Nota betalen
Borreltje - biertje Voortuintje wieden
Mooi passagiertje Zoontje verbieden
Pin-up aan de wand Step repareren
In Japan voor de kant Kastdeurtje smeren
Yokohama bereiken Brandhoutjes hakken
Geisha's bekijken Koffertje pakken
   
div15

Port Said

 

Achter op de envelop schrijf je steeds twee namen neer.
Zonder veel geprakkiseer zet je Port Said en Egypte neer.
Namen vol van romantiek, avonturen en mystiek.
Voor degene die dit leest en er nimmer is geweest.
Bij zijn kachel zit te smachten naar tropische zwoele nachten.
Hier is de werkelijkheid over Egypte en Port Said.
De stad van magische verhalen, het Babylon van vreemde talen.
Land van homoseksuelen, piramiden en kamelen.
Minaretten en moskeeën, schakel tussen wereldzeeën.
Centrum voor de pornografen, haschisch en gecastreerde slaven,
Sjeiks en harempotentaten; Waar de stenen kunnen praten.
Vrouwen die van ezels houden, dit als kunst laten aanschouwen.
Zorgenkind der wereldbank. Taaltje met een rochelklank.
Eertijds vleespot voor de buren, Nu met lege voorraadschuren.
Bakermat onzer beschaving, Opgezweepte volksverdwazing.
Geregeerd door militairen, Met een vlag voorzien van sterren.
Het symbool voor een verbond, Gesloten tussen kat en hond.
Om hun streven te doen slagen, De joden uit hun land te jagen.
Gamel Nasser's fantasieën; Zwelgen in zijn woord orgieën.
Edele Arabierenstam, bouwers van een nieuwe dam.
Snollen die naar knoflook stinken, doch alleen champagne drinken.
Kerels die in lange jurken aan hun waterpijpen lurken.
Borstenzwaaisters, naveldraaisters, oplichters en oproerkraaiers.
Uitgekookte handelslieden, die je luid hun waar aanbieden.
Een haarkam voor je ouwe moer. Slippers van een haremhoer.
Dirty pictures, soisant neuf, Spanish Fly, very strong stuff.
Bonte kleedjes voor de wand, ansichtkaarten van het land;
Waarop Ferdinand met opgeheven hand, als in lang vervlogen dagen,
om een aalmoes staat te vragen.
Niets dan narigheid heel dat Port Said. Rest ons slechts een epiloog,
Voor degene die thuis droog, achter de kachel zit te dromen,
Of hij ooit zover zal komen.
Neem gerust van mij aan, het varen is een honds bestaan.
Wij verlangen naar de tijd, dat er tussen Suez en Port Said
Alleen het schip van de woestijn in zijn element zal zijn.

 
div16

Brak water - 2

 

Rond 1900 liep de eerste Rotterdamse tram vanaf Station Delftse Poort (CS) via de Westersingel, Scheepstimmermanslaan, Parklaan tot aan het begin van de Westerlaan en werd deels gefinancierd door de omwonenden, reders en havenbaronnen.
Van sommige zaken blijven restanten overeind, andere raken in de vergetelheid zoals ons VNS-Nieuws, dat onder redactie van de heer Mulder maandelijks op je bureau lag. Personalia, bemanningslijsten en de verhalen van Ropesling (kapt. v.d. Blink) trokken direct de aandacht en hopelijk lezen we het laatste opnieuw eens in ons TNT.
Het was ook de periode van mooie Harry, Piet de Prater of Oetjeboe die de vloot bemanden, 'n toupetje werd een heugafelt tegel genoemd en een snor een wasborstel. Een naam had je zo als je van de gebruikelijke koers afweek. Maar laten we het niet verder over 't verleden hebben en bij Van Nimwegen uit lijn 5 stappen voor wat belegde broodjes. Op de hoek van de Van Vollenhovenstraat naast de Kapper kopen we een baaltje shag bij Verheul de sigarenboer, doe je meer mee dan een pakje Caballero nietwaar.
Oversteken en langs het VNS-passagebureau (waar een mooi model van de Jagersfontein in de etalage staat) richting het gebouw van de Kon. Roei- en Zeilvereniging "De Maas". Naast het kantoortje van sleepdienst "Mars" is de steiger van de Heen en Weer IV, die er juist aankomt en dat bespaart je weer twintig minuten wachten alhoewel dat beslist niet vervelend is want de rivier blijft boeien en aan de overzijde liggen de Maasdam en de fraaie Statendam (de luxe zijkant van de Maas). Wij houden het bij de Rijnhaven, onze VNS-stek waar de Ridderkerk en Leopoldskerk liggen.
Halverwege loods Baltimore is het kantoortje van de ladinginspectie waar nogal eens 'n stevige borrel geschonken wordt, maar alles volledig volgens het stuwplan afgehandeld wordt. We laten die borrel maar voor iets later op de middag als er tijd over is, trouwens van Laar en Bootsman Van Vliet zijn niet aanwezig.
Voor het magazijn New Orleans staan Veenstra en Mommers in overleg, want onze ouwe boots krijgt een nieuwe functie op het kantoor Rijswijk dus valt er onderling genoeg te regelen. Ook zijn de bootslieden Floor Duyvenbode en Piet Akkerman overgekomen om zich in het Rotterdamse in te werken. Een nieuwe periode van ladingbehandeling, palletisering of misschien wel zoals bij Van Gend en Loos met laadkisten.
Dan hebben we Nico van Aalst, een rustige vent en beslist een andere figuur als Bolle Teun (Middelkoop). Met zijn maten Jaap Niessen, Pietje en Jantje Biezen wel een zeer select Rotterdams ploegje.
Maar laat ik Wimpie (Eduard) Wey beslist niet vergeten, die later promotie maakte als magazijnmeester Koetshuis waar het glas- en zilverwerkbestek lagen opgeslagen. Zelfs gas- en zuurstofcilinders later, moet je voorstellen in hartje centrum en alleen het laden en lossen leverde klachten op als het laantje voor alle doorgang geblokkeerd was.
's Winters organiseerde Wimpie wel eens 's middags erwtensoep in z'n magazijn en betrouwbare collega's vertelde hij over zijn handel in ouwe auto's, die hij gangbaar maakte in zijn werkplaats aan de Zwartjanstraat en naar zijn geweten garantie gaf tot aan het Oostplein. Maar handig was hij wel en stond altijd voor je klaar.
Bootsman Floor Duyvenbode kwam uit Katwijk, een geboren Katteker, ook een geschikte kerel en dat wil wat zeggen voor een Vlaardinger zoals ik, want de visnijd zit nog altijd in onze genen. Maar als je hem 's maandags een hint gaf bezorgde hij donderdagsmorgens vroeg nog een warm gerookte makreel op je bureau. Zo ging dat. Er werd wat afgehandeld en gesjouwd; kamferkisten uit Hongkong, kamelenzadels en niet te vergeten de sherry's uit Kaapstad. Maar vanaf de wal fabriek/vriendenprijzen voor een zeiltje op de boot, tekentafel voor de studerende of wat litertjes verf, als je iemand van dienst kon zijn deed je dat, zonder problemen werkte dat.
Beste mensen, ik besef dat ik niet zo weinig ben afgeweken van onze koers, we gaan terug naar de Leopoldskerk, twee sleepboten voor en achter. Bestemming Werf Waalhaven, ook deze Liberty heeft bijna haar taak volbracht, misschien nog wat reisjes voor een Panamees of Griek, uiteindelijk de snijbrander.
We hebben wat van die gasten op de wal ontmoet, sfeertje geproefd en zeggen: "Ja, in Rotterdam bij de VNS, dat had toch wel wat".

 
div17

Het postbootje

 

We schrijven begin 1950. Na een mislukte studie op de zeevaartschool van het zeemanshuis in de Foeliedwarsstraat te Amsterdam - waar ik door tussenkomst van een bevriende stuurman op het schip waar mijn vader op voer - zonder voldoende vooropleiding als leerling voor de telegrafisten opleiding werd ingeschreven, adviseerde mijn vader me te kiezen voor de civiele dienst en te solliciteren bij een der rederijen in Amsterdam.
De rederij waar ik als 18-jarige jongeman zonder diploma's solliciteerde was de V.N.S.
De heer Steeds, aannemer van schepelingen bij de K.N.S.M. deed deze taak ook voor en in samenwerking met de V.N.S. Amsterdam ofwel de Holland-Afrika Lijn.
De heer Steeds was een aardige maar ook een wat norse man. Nadat ik me na een aantal keren aan het loket had aangemeld en lachte het geluk me toe. Op een ijskoude morgen in de maand februari toen ik op het stoepje voor het kantoor gezeten was en wachtte op het moment dat de heer Steeds zou arriveren sprak hij me toe met de woorden "Ik geloof dat ik je beter naar zee kan sturen, ik breek vandaag of morgen nog eens mijn benen over je". Ik antwoordde dat dit niet mijn opzet was maar dat ik wel blij was dat mijn aanhoudende wil om te gaan varen beloond werd.
Na een medische keuring en wat andere formaliteiten kon ik "aanmonsteren" als bediende in algemene dienst en mocht ik gaan bijwerken op het "M.S. Oranjefontein".
Het schip was terug van de kustreis Bremen-Hamburg-Antwerpen, lag afgemeerd aan de toenmalige Levantkade in Amsterdam en moest "vaarklaar" gemaakt worden voor de reis naar Zuid-Afrika. Mijn werk bestond uit het tijdens hun pauzes verzorgen van de officieren met koffie en thee in de officiersmessroom.
Op de dag van vertrek bracht mijn vader - die Hofmeester en toevallig thuis was - me naar het schip en sprak hij met de heer Van Zeist, de Chef-Hofmeester op de Oranjefontein.
Wat ze samen besproken hebben heeft mijn vader me nooit verteld, maar ik vermoed dat zijn bezorgdheid hem ertoe bewoog de heer Van Zeist te vragen een oogje in het zeil te houden. De heer Van Zeist heeft zijn woord gehouden en hij werd belast met het schoonhouden van het Pursers Office, zijn kantoor, de entreehal voor de passagiers en tijdens diens maaltijden moest ik helpen in het "bordenhok", de machinale wasplaats voor gebruikt serviesgoed.
Ik deelde de hut met drie collega's en zover ik me herinner was dit voor die tijd een prima accommodatie. De vier kooien waren tegen een scheidingswand geplaatst en naast onze klerenkasten hadden we de beschikking over een klein tafeltje waaraan we een briefje konden schrijven. Mijn vader had me op mijn hart gedrukt dat ik als jongste lid van een zeevarende familie niet mocht vergeten moeder af en toe een briefje te schrijven. Zij zat alleen thuis en was altijd erg bezorgd over het wel en wee van haar man en twee zonen. Mijn broer was telegrafist bij de Koninklijke Marine en voer op een patrouilleboot in de Indische archipel.
Toen we de volgende dag in het kanaal voeren op weg naar Southampton waar de engelse passagiers aan boord kwamen, vroeg ik aan Chef Van Zeist of ik daar een brief kon posten. Hij bevestigde mijn vraag met de boodschap dat ik de brief in het Pursers Office kon afgeven en men daar voor verzending zou zorg dragen.
Nou, U zult wel benieuwd zijn naar wat ik in mijn eerste brief aan mijn moeder schreef over mijn eerste kennismaking met het werk, het schip en de bemanning.
Het was een kort en klungelig briefje "Lieve Mam, hoe gaat het met U ? Met mij gaat alles goed, ik hoop met U ook. Veel liefs en groeten van Loet". Korter kon het bijna niet, maar met het schrijven van brieven aan mijn moeder had ik absoluut geen ervaring. Bovendien had ik het druk met mijn werk. Ik was de jongste thuis en een echt moederskindje. Mijn handen stonden compleet 180 graden naar buiten gedraaid en ik moest veel leren en ervaring opdoen.
De tweede aanlegplaats was Tennerife een bunkerhaven op de Canarische eilanden.
Ik was na een paar dagen al aardig gewend en de volgende brief aan mijn moeder was dan ook een stuk langer.
Na Tennerife was de volgende haven Kaapstad , 11 dagen varen na Tennerife.
Dat was wel een hele poos en ik vroeg aan Chef van Zeist of er nog een andere mogelijkheid was om een brief te verzenden. Na enig nadenken zei hij "Ja misschien over 'n dag of vier, dan passeren we Dakar, de meest westelijk gelegen punt van Afrika. Vroeger gebeurde het wel eens dat daar het Postbootje langzij kwam om de post van de bemanning mee te nemen, maar of dat nu nog zo is weet ik niet. Ik zal het aan de kapitein vragen en hoor je daarvan".
En ja hoor ! De volgende dag schoot de Chef me aan en vertelde me wat de kapitein gezegd had. Het was nog net als vroeger, alleen hadden we nu het probleem dat we 's nachts Dakar zouden passeren en ze wisten niet zeker of het "Postbootje" kon uitvaren.. De kapitein zou de havenmeester van Dakar telegraferen en hem vragen of hij het "Postbootje" wilde sturen.
Wij, - hij meende dat er wel meer mensen van dit uitzonderlijke aanbod gebruik zouden willen maken - moesten er dan wel voor zorgen dat we op het moment dat de vuurtoren van Dakar in zicht kwam met een groot laken aan dek stonden te zwaaien om de aandacht van de schipper van het "Postbootje" te trekken.
Een paar dagen later stond ik met nog een collega midden in de nacht op het voorschip met het benodigde laken te wachten op het moment dat de vuurtoren in zicht zou komen.
Wij vonden het echter wel vreemd dat er geen anderen waren die gebruik maakten van dit aanbod ! Maar goed, niet zeuren en gewoon wachten op de dingen die zouden gaan komen.
Er gebeurde echter helemaal niets, er kwam geen vuurtoren in zicht, zelfs de schroeven van het schip bleven volle kracht doorstampen.
Langzamerhand beseften we dat men ons behoorlijk te grazen had genomen en de officieren op de brug nu wel krom zouden staan van het lachen.
Wij slopen stilletjes terug naar onze hut in de hoop dat niemand onze onnozelheid zou hebben opgemerkt, maar wel met een ervaring rijker.
Niemand sprak ons de volgende dag er nog over aan, het enige waaraan je kon zien dat men schik had in het voorgevallene, waren de glimmende pretogen van diegene die bij het complot betrokken waren.

 
div18

Stoommachines

   

De eerste keer dat Marinus Kik (toen 65) thans 78 een miniatuur stoommachine aan het werk kreeg, schrok hij dat het ding het deed. Niet zo verwonderlijk als je beseft dat in het nabouwen van de vaak honderden jaren oude voorbeelden soms tientallen uren werk gaat zitten. Bij dat bouwen moet overigens uiterst secuur worden gewerkt. "Het komt soms aan op een honderdste millimeter", zegt de gepensioneerde hoofdwerktuigkundige, die in mei 1948 bij de VNS in dienst trad en in 1970 "meeverhuisde" naar de NedLloyd. Kik deinst er dan ook niet voor terug om met een speciale, in Korea gekochte, "vergrootbril" op de neus een boortje te hanteren van één-tiende millimeter. Het model op de foto is de replica van een stoommachine die tussen 1700 en 1850 werd gebruikt. Het bijzondere eraan is dat hij heel langzaam draait. Dat is knap moeilijk na te maken. Dit alles was te lezen en te zien in de "NEDLLOYD PARADE" van augustus 1995, de 26e jaargang.

 

   
div19

De kompassleutel

 

Wie denkt dat een kompassleuteltje past in een nagelknippertuitje, zit er mooi naast. Twee leerling stuurlieden kregen van de 1e stuurman opdracht om het kompas af te stellen met de kompassleutel. Op de vraag waar ze die sleutel konden vinden, werd het hen kwalijk genomen dat ze dat niet wisten. Immers, dat was hen op de zeevaartschool echt wel geleerd. De kompassleutel, zo werd de twee verteld, bevond zich in de schroefastunnel. Aan het eind van die tunnel, daar waar de schroefas naar buiten gaat, hangt een grote ringsleutel met een gewicht van ca. 250 kg. Met kettingtakels (ze kregen af en toe best wel een goeie tip ) werd de sleutel eerst maar eens door de lange schroefastunnel (± 40m ) naar de machine kamer getakeld.
De twee klaarden die klus binnen drie dagen. Vervolgens moest de sleutel via een aantal bordessen, zo'n 15 meter omhoog getakeld worden en dan was men nog steeds niet op de brug van het schip. Voor alle duidelijkheid: het kompas staat op de brug !
Na een week zweten aan hun kant en gegniffel aan onze kant, werd de operatie afgeblazen  vanwege de temperatuur van 40° C, waarbij voor hun beider leven werd gevreesd (a), het geintje werd wat saai (b), de leerlingen konden de tijd nuttiger doorbrengen (c) en  gelukkig de toenemende twijfel bij de leerlingen zelf (d).
De ringsleutel had een diameter van rond 40 cm, paste met gemak over de gehele kompasopstelling, maar diende uiteraard voor een nogal wat zwaardere toepassing.
 

 
div110

Reclameposter

 

We spreken weer over de beginperiode van de Scan Dutch combinatie in 1972. Met The Way Bridge Europe and the Far East (of een dergelijke kreet) werd reclame gemaakt. Daarvoor was een grote, prachtig gekleurde poster gemaakt, waarop diagonaal een soort lopende band met een groot assortiment van kisten, balen, vaten en alles wat vervoerd kon worden. Opzij van de lopende band stond een mannetje met z’n hondje. De man had een grote ‘ballon’, waarin hij overdacht welke lading hij wilde verschepen of ontvangen.

De posters werden aan alle agentschappen, stuwadoors en verschepers uitgedeeld en ook op de Servaaskerk kregen we er enkele.

Reeds op de uitreis waren we begonnen een andere versie van de poster samen te stellen. Uit Playboy, Penthouse en andere bladen werd een assortiment van de mooiste dames uitgezocht. Nog een heel werk, want in perspectief moest het allemaal kloppen en ook de houding moest kloppen. De een zat op een kist, de andere stond achter een stapel balen, of liep om een auto heen, maar het lukte prachtig. Ook het uitknippen was een heel precies werkje. Een forse blonde op de voorste kist. Het leek echt of het zo gedrukt was. Ook de "ballon" van het mannetje kreeg de keuze uit een Europese, een Chinese of een Afrikaanse. Ook het hondje werd niet vergeten en kreeg een ballon met keuze uit verschillende hondjes. De poster hing in mijn hut zodanig dat bij binnenkomst deze direct opviel en had grote belangstelling.

Toen we na verloop van tijd weer terug in Rotterdam waren kwam Geert van der Meulen, die toen bij de Ladinginspectie zat, aan boord en het eerste wat hij zag was de poster. "Weet je wel wat je daarmee aangericht hebt? Het kantoor en de Scan Dutch in Leiden worden plat gebeld door agentschappen en stuwadoors in tal van havens, die allemaal een aantal van de andere versie van de poster willen hebben en ze begrijpen er niets van, wat ze dan bedoelen". Hij heeft de poster meegekregen om te laten zien bij de Scan Dutch en dat is het laatste wat we er ooit van gehoord hebben. Misschien zit hij nog wel in het archief van de Nedlloyd of Scan Dutch. De verbeterde versie is nooit verder verspreid.

Na het verhaal te hebben gelezen is Dick Frikkee in zijn archief gedoken en heeft zowaar de felbegeerde poster gevonden en aan ons ter beschikking gesteld.